De staartschutter was misschien wel de belangrijkste schutter op de B-17. Hij beschermde het achterste kwart van het vliegtuig met twee .50 cal. machinegeweren. Wanneer vijandelijke jagers de E model B-17 voor het eerst benaderde, kregen ze een onaangename verrassing. Vijandelijke piloten kreeg een gezond respect voor de staartmitrailleurs. Het was door deze effectieve positie dat de Duitse piloten gedwongen werden om hun tactiek te veranderen naar de de beroemde "12:00"uurs aanval, om van voren door de formaties heen te vliegen met een snelheid van ruim 480 km/u!
Staartschutters hadden een ruw bestaan. Hun compartiment achter in het vliegtuig was een van de kleinste na die van de buikkoepel. De schutter zat voor het grootste gedeelte van de vlucht op een aangepaste type fietsstoeltje in een knielende positie. De staart was tochtig en de schutter was voortdurend gevecht met het afweren van bevriezing en het schoonhouden van ijsvorming op de ramen.

Standaard staartgeschut van de -E t/m de eerste series -G model.

 

In de eerdere modellen van de B-17, was er helemaal geen staart geschut. Het idee was dat als vijandelijke jagers kwamen dat de zijluikschutters, die op dat moment de mitrailleurs in een druppelachtige behuizing zat, hun geweren ver genoeg naar achteren konden drukken om de aanval af te weren. Dit was helaas niet het geval. Het was al snel duidelijk tijdens de oorlog in Europa dat een staartverdediging nodig zou zijn. De eerste optie was een gemotoriseerde koepel geweest, maar de B-17 ontwerp leende zich niet voor het gebruik zo’n koepel aan de achterkant. De krappe staartschuttercompartiment bood de uitkomst.

In de -E tot aan de vroege -G modellen, werden de mitrailleurs op een eenvoudige flexibele ophanging gemonteerd in een gat en bedekt met een canvas zak aan de achterkant van de romp. Kabels verbonden de mitrailleurs aan de pin en horizontale vizier die de schutter moest gebruiken om te richten. Het enige probleem met dit type vizier was dat de schutter moest een bepaald referentiepunt moest bepalen om de nauwkeurigheid te handhaven. Dit was geen geringe prestatie in een vliegtuig rond stuiterde op 30.000 voet (10 km) omgeven door temperaturen ver onder nul en het dragen van een zuurstofmasker, terwijl jachtvliegtuigen vanuit alle hoeken op je af kwamen. Met uitzondering van de eerste paar gebouwde series , werd de -G uitgerust met de aangedreven Cheyenne-staartgechut. Dit type geschut bevrijdde de schutter van het modderen met de mitrailleurs, terwijl ook deze positie een groter schootsveld gaf. Met deze modificatie kwam ook een reflecterend vizier zodat de schutter geen referentiepunt meer nodig had met de vizier waardoor hij een grotere nauwkeurigheid verkreeg.

Boven en rechts : De Cheyenne staartgechut.

 

Terwijl de primaire taak van de staart schutter was om vijandelijke vliegtuigen neer te schieten, droeg deze positie ook andere taken. Met hem als enige bemanningslid die constant naar achteren keek, was hij verantwoordelijk voor het doorgeven van alles wat zag hij achter het vliegtuig, met inbegrip van jagers, naar de rest van de bemanning. Hij gaf informatie door aan de bommenrichter en de navigator met betrekking op de resultaten van de bombardement als de formaties het doelverlieten. Hij hielp ook de navigator en radio-operator door het tellen van parachutes van B-17’s die neerstortten en de conditie van beschadigde bommenwerpers die de formatie niet meer konden bijhouden.

Terwijl de staart gunner positie werd ingevuld door een aangeworven man, werd deze positie soms bemand door een co-piloot die een officier was. Dit werd meestal gedaan in leidende vliegtuigen waar het squadron commandant als piloot ging vliegen en werd aangeduid als de Command Pilot. De reguliere piloot nam plaats in de stoel van de co-piloot. De reden dat de reguliere co-piloot werd verhuisd naar de staartschutters positie op de plaats van de reguliere schutter was om hem in staat te brengen om informatie over de toestand van de formatie aan de piloten door te geven. Dit hielp om de coördinatie van de formatie zo strak mogelijk te houden.