Het brandstofsysteem van de B-17 bestaat uit 4 onafhankelijke brandstofvoorziening van ongeveer gelijke capaciteiten, elke brandstofvoorziening voedt een motor. Er zijn 3 tanks in elke vleugel, met voorzieningen voor 2 extra groepen buitenvleugel voeding tanks. Deze buitenste vleugel voeding tanks (Tokyo tanks) zijn samengesteld uit 9 individuele, inklapbare zelfdichtende cellen per vleugel. De brandstoftoevoer kan ook worden verhoogd door extra installaties van verwijderbare brandstoftanks in de bommenruim.
De brandstof in elke tank is beschikbaar voor elke motor voorraadtank in het vliegtuig door een brandstof systeem voor de overdracht bestaande uit 2 selector kleppen en een elektrische overdracht pomp.
Er is ook een handmatige pomp in de bommenruim als overdracht medium in een noodsituatie. Brandstof booster pompen in de uitlaten van de 4 grote vleugeltanks elimineren dampstremming tussen de tank en de motor brandstofpomp. Zij geven ook brandstof naar de carburateur wanneer de motor pomp uitvalt. Een elektrisch gestuurde brandstof afsluiter is geïnstalleerd in de lijn voorbij de brandstof booster pomp om brandstofverlies te voorkomen door een afgehakte brandstofleiding.

A1  Engine No. 1 Fuel Tank
..A2  Engine No. 2 Fuel Tank
..A3  Engine No. 2 Feeder Tank
..B1  Engine No. 3 Fuel Tank
..B2  Engine No. 3 Feeder Tank
..B3  Engine No. 4 Fuel Tank
..C1  Bomb Bay Aux. Fuel Tank 
..C2  Bomb Bay Aux. Fuel Tank 
..C3  Engine No. 1 Wing Tanks 
..C4  Engine No. 2 Wing Tanks
..C5  Engine No. 3 Wing Tanks
..C6  Engine No. 4 Wing Tanks
..D1  Engine No. 1 Oil Tank
..D2  Engine No. 2 Oil Tank
..D3  Engine No. 3 Oil Tank1
..D4  Engine No. 4 Oil Tank
..E1  Eng.1 Supercharger Oil
..E2  Eng.2 Supercharger Oil
..E3  Eng.3 Supercharger Oil
..E4  Eng.4 Supercharger Oil
..F1   Hydraulic Oil Supply Tank
..F2   Hydraulic Accumulator
..G   Heat System GLYCOL Tank
..H   Propeller Anti-Icing Tank
..I  Oxygen Filler Valve
..J  Batteries (3)
..K  Battery Vent Bottles
..L  Hand Fire Extinguishers
..M1.Landing Gear Oil & Air Valve
..M2.Landing Gear Oil & Air Valve
..M3.Tail Gear Oil & Air Valve
..N1  Landing Tire Air Valve
..N2  Landing Tire Air Valve
..N3  Tail Tire Air Valve

 

Brandstofcapaciteit B-17 F
BrandstoftanksU.S. GALLONS / liter* elkTOTAL U.S. GALLONS / Liter
No. 1 and No. 4 engines 425 / 1608 850 / 3217
No. 2 and No. 3 engines 213 / 806 426 / 1612
Feeders (2) 212 / 802 424 / 1605
Outboard Wing 1-5 (Total)s 270 / 1022 540 / 2044
Inboard Wing 6-9 (Total) 270 / 1022 540 / 2044
Total Fuel (Overload) 2780 / 10522
Bomb Bay Extras (2) 410 / 1552 820 / 3104
Total Fuel (Special) 3600 / 13626

   * 1 U.S. gallon=3.785 l

Booster Pomp

De booster pomp (aan de uiteinde op de onderzijde van elk van de 4 hoofdtanks) dienen om: (1) om verzekerd te zijn dat er brandstof naar de motor brandstofpomp gaat tijdens opstijgen en landen, en tijdens het vliegen lager dan 1000 voet en hoger dan 10.000 voet boven de grond; (2) voorkomen van dampstremming in de brandstofleidingen; (3) zorgen voor de brandstof naar de carburateurs bij het starten van de motoren. No. 3 booster pomp levert ook druk om de primer pomp tijdens het starten van de motor.
Ze worden elektrisch bediend en gecontroleerd door schakelaars op de centrale besturingpaneel. Op grote hoogte vormen er luchtbellenbellen in de benzine. Omdat de benzine door de trechter gaat, wordt door de centrifugale werking van de propeller deze bellen via de zijkanten van het scherm eruit gegooid en gaan terug naar de tank. Alleen de vloeibare brandstof komt in de pomp en naar het brandstofsysteem getransporteerd.
Zet de boosterpompen aan onder de 1000 voet; zet ze aan boven de 10.000 meter als bescherming tegen verdamping.

Brandstof afsluitkleppen

Afsluiters worden in geval van een noodsituatie gebruikt voor het afsluiten van de brandstofstroom in het geval de brandstofleidingen worden doorgesneden. Kleppen voor tanks No. 1 en nr 4 zitten aan de voorkant van de tanks tussen de oliekoelers. Kleppen voor tanks No. 2 en nr 3 zijn tussen de tanks en de achterste spar. Elke klep is veerbelast om open te blijven en wordt gesloten door middel van een elektromagneet wordt ingeschakeld door een afzonderlijke schakelaar in de cockpit.

 

Motor aangedreven brandstofpomp

De brandstofpomp zorgt voor voldoende brandstof om de motoren te werken bij hoogten tot 10.000 voet. Boven 10.000 voet, moet de brandstofpomp worden bijgestaan door de brandstof booster pomp zich aan de rechter motor accessoire pad.
Brandstof wordt in de pomp getrokken door de schoepen die in de aanvoer zitten. Brandstof die gevangen zitten tussen de schoepen in de inlaatpoort wordt tussen de binnenwand van de voering en de rotor gedwongen en wordt naar de uitlaatpoort gevoerd. Wanneer de gepompte brandstof hoger is dan de de carburateur nodig heeft wordt door overdruk van de brandstof de drukregelklep van zijn plaats gedrukt. Hierdoor kan de overtollige brandstof te ontsnappen naar de inlaatzijde van de pomp.
Brandstof voor de start wordt gepompt door de booster pompen door de motor aangedreven brandstofpomp. De brandstof komt de inlaat poort binnen(de motor aangedreven brandstofpomp is nu inactief) en dwingt de bypass klep open, wat toestaat om de brandstof te laten stromen door de motor aangedreven pomp richting de carburateur.

 

Motor Primer

Een middel voor het aanvullen van extra brandstof tijdens het opstarten van de motoren . Het zit op de vloer aan de rechterkant van de copiloot. Brandstof wordt getrokken in de primer van de gondel No. 3 brandstofzeef en wordt onder druk in de 5 bovenste cylinders van de gekozen motor gespoten. Verschillende lijnen zijn gewoonlijk noodzakelijk om het oorspronkelijke brandstofstroom in de primer te trekken.